Spellen om met peuters te spelen
Spelen is een essentieel onderdeel van het opgroeien en helpt je kind om deel te nemen en meer te weten te komen over de wereld!
Hier zijn enkele games die peuters graag spelen, elk met eenvoudige items uit het hele huis.
1. Verstoppertje zijn is altijd een favoriet. Verstop je achter het meubilair of kleed stoelen met tapijten, maar blijf uit de buurt van deuren waar kleine vingers gemakkelijk vast kunnen komen te zitten.
2. Objecten groeperen. Leg acht voorwerpen op de grond - vier rode blokken en vier rode ballen, of vier houten lepels en vier houten pinnen. Laat je peuter met de items spelen en kijk wat ze doet. Doe mee en verplaats de objecten in twee groepen, terwijl je praat over wat je aan het doen bent. Neem een ​​van de rode blokken en leg deze opzij: "Kun je een ander rood blok vinden?" Ze kan het de eerste keer - of voor enige tijd - niet helemaal onder de knie krijgen. Laat haar gewoon spelen totdat ze de objecten beu is en haar het spel laat leiden.
3. Tunnels. U kunt kleine dozen, zoals schoenendozen, of grote dozen uit de supermarkt gebruiken. Knip een tunnel in elk uiteinde. Auto's, klein speelgoed en poppen rijden, rollen en lopen door de kleine tunnels en peuters kunnen door grotere dozen heen kronkelen! Je kunt ook een tunnel maken door een kleed tussen twee stoelen te draperen. Verander het in een spel dat je allemaal kunt spelen.
4. Waar is het speelgoed? Ga zitten met je peuter, een kleine doos, een handdoek en een speeltje. Toon hem het speeltje en leg het dan onder de doos. Leg nu de handdoek op de top. Onder de handdoek draai je de doos om en haal je hem onder de handdoek vandaan, terwijl je het speelgoed achterlaat. Vraag de baby waar het speelgoed is. Vraag hem dan om het te vinden. U zult het opnieuw moeten doen - en opnieuw en opnieuw !.
5. Bouw bloktorens op met je peuter. Sorteer de blokken in kleuren, praat over wat je aan het doen bent. Lijn ze naast elkaar en kijk dan wat je peuter doet. Gebruik woorden die de bouwactiviteit beschrijven, zoals "naast", "onder", "naast", "bovenaan".
6. Vergeet niet om elke dag een boek te lezen. Boeken met grote heldere afbeeldingen en eenvoudige verhalen zijn ideaal. Als je niet weet hoe je moet kiezen, vraag het dan bij je plaatselijke bibliotheek.
Chat met andere leden over